Ik had van een van mijn opdrachtgevers een (vrij)kaartje gekregen voor een congres voor adviseurs in de financiële dienstverlening. Ondanks dat het onderwerp weinig raakvlakken had met mijn eigen vakgebied binnen de financiële dienstverlening, besloot ik toch te gaan. 

Strategische plek
Ik liep als een van de eersten de zaal in om een goede plek te bemachtigen. Dat is een plek aan de rechterkant, zodat ik met mijn ziende linkeroog goed de zaal in kan kijken en ook het beeldscherm kan zien. De eerste spreker kon goed vertellen, maar zijn verhaal zat vol met Engelse terminologie over economie en beleggen. Ik kon mijn aandacht er niet bijhouden en ‘ging iets voor mezelf doen’. Ik keek rond in de zaal. De overige 150 deelnemers zaten aandachtig te luisteren. Toen bedacht ik ineens dat het eigenlijk best gek is dat… 


Trigger
De trigger van die gedachte was een artikel over dat er zo weinig mensen met lichamelijke beperkingen kansen krijgen op de arbeidsmarkt. Mensen met een fysieke handicap die kunnen en willen werken, maar de kans niet krijgen. Als ze solliciteren worden ze simpelweg niet aangenomen. In het artikel stond dat vooroordelen daarbij een grote rol spelen; ‘onbekend maakt onbemind’. Werkgevers zouden niet bekend zijn met de mogelijke aanpassingen van werkplekken voor mensen met een visuele handicap of voor mensen die gebruik moeten maken van een rolstoel. Het zou niet alleen om de investering in tijd en geld gaan, maar vooral de onbekendheid blijkt een struikelblok. Treffend en schrijnend vond ik de opmerking van een slechtziende meneer in het artikel: “Mijn ogen zijn niet oké, maar mijn hersenen werken prima hoor!”

Best wel gek
Terwijl ik rondkeek in de congreszaal zag ik dat er tussen de 150 deelnemers niemand was die een zichtbare lichamelijke beperking had. Er was niemand in een rolstoel. Er was ook niemand die een rood-witte stok of een geleidehond bij zich had. Ik realiseerde me dat dit op de meeste congressen binnen de financiële dienstverlening eigenlijk zo is. Ineens bedacht ik me dat dat dus best wel gek is………

Eyeopeners
Mijn opdrachtgever vroeg voor ik naar huis ging of ik tijdens het congres mooie ‘eyeopeners’ had gehoord. Direct daarna sloeg hij verschrikt de hand voor zijn mond en zei “Ohh…stom, stom, sorry sorry, dat was dom van mij”. Of het nou echt dom was, weet ik niet. Het is in ieder geval wel een prachtig voorbeeld van het niet-weten hoe je met iemand met een lichamelijke beperking om moet gaan. Mijn antwoord was heel erg dubbelzinnig: “Voor mij waren er vandaag bijzonder veel eyeopeners!” Dat ik die NIET van de sprekers had gehoord, zal ik hem misschien een andere keer nog eens uitleggen!

Anita Hol-Bubeck