Vogels herkennen

“Hoe zie je dat toch zo snel?” vragen medewandelaars vaak als ik tijdens een wandeling een vogel aanwijs. Dan lach ik die vraag een beetje weg en zeg dan iets in de stijl van: “Tja, dat ene oog van mij doet het uitstekend!” Dat is ook echt wel waar, maar eigenlijk speel ik een beetje vals, want ik herken ze vaak eerst aan hun specifieke geluid en zoek dan waar het geluid vandaan komt. Ik hoor eerder dan dat ik ze zie. Vogelgeluiden herkennen is niet eenvoudig maar ik vind het vooral erg leuk en ongemerkt luister ik er altijd naar.

 

Tuinvogels

In mijn stadsachtertuin is het altijd druk met vogels. Het helpt dat er in de tuin een vijver is, dat er wat rommelhoekjes zijn waar ik het blad niet weg haal, en dat ik zorg dat er altijd wel wat de eten is. In de winter strooi ik (brood)kruimels en vogel strooivoer, hang wat vetbolletjes en een potje vogelpindakaas op. Ik leg hier en daar stukjes appels neer en voor de groenlingen, de vinken, de sijsjes en voor de diverse mezensoorten hangt er een ruif met (ongepelde) gestreepte zonnepitten. De vogels vliegen op winterdagen de hele dag af en aan en als het begint te schemeren wordt het echt spitsuur. Alle vogels komen snel nog even wat eten voor de nacht.

’s Morgens als het licht begint te worden, is het weer druk want na de lange koude winternacht moet er weer gegeten worden. De groenlingen, vinken en sijsjes komen in groepjes tegelijk en maken al fladderend schreeuwend ruzie met elkaar. De huismussen zijn ook altijd knus in groepjes bij elkaar en communiceren met elkaar door oorverdovend hard te tsjilpen. De verschillende mezen houden meer afstand van elkaar, maar kwetteren voortdurend in vraag en antwoord naar elkaar.

Drie kleine bruine vogeltjes

Drie kleine bruine vogeltjes zijn op geluid lastig van elkaar te onderscheiden en omdat ze zo klein zijn ze vaak lastig te ontdekken, zeker met één oog. De kleinste is het winterkoninkje; hij wordt ook wel ‘Klein Jantje’ genoemd. Het is een kleine bruin vogelbolletje met een omhoog staand staartje. Hij hipt heel snel heen en weer. Hij maakt voor zo’n kleine vogeltje van amper 9 cm verbazingwekkend veel geluid. Zijn zang is prachtig helder en tijdens het ‘hippen’ maakt hij een fel schel en snel achter elkaar tikkend metaalachtig geluid: tek-tek-tek-tek. De heggenmus is ook bruin, maar gespikkeld en heeft een blauw bruin koppie. Hij hipt niet zoals de meeste vogels doen, maar rent op zijn korte vogelpootjes heen en weer. Alle kans dat als je hem ziet rennen dat je denkt dat een muisje is. Tussen al dat rennen door fluit het heggenmusje een helder metalig liedje. Het grootste vogeltje van deze drie is het roodborstje, die herken je meteen door zijn felle rode borst. Op geluid herkennen wordt het lastiger want zijn tikkende tek-tek-tek-tek-roep heeft veel weg van die van het winterkoninkje en zijn luide schelle zang waarmee hij indringers in zijn territorium waarschuwt lijkt opvallend veel op de zang van de heggenmus. Het roodborstje is het eerste vogeltje dat ik zie als ik ’s morgens de gordijnen open doe. Hij zit op een paaltje of op de tuintafel en kijkt mij vragend aan alsof hij zegt: “Ik was het die zat te zingen, krijg ik nu wat te eten?” Ik beloon hem met een handje voer!

 

Bekendste stadsvogel Blackbird

De bekendste stad- en tuinvogel is waarschijnlijk de merel door de Engelsen wordt hij ‘Blackbird’ genoemd. Die naam past perfect bij de zwarte vogel met zijn oranje snavel. Hij zit ‘s morgens vroeg of ’s avonds in de schemering in een hoge boom of op een schoorsteen prachtig te zingen. Iedere merel heeft zijn eigen repertoire. In de fluitende rollende zang van de merel in mijn tuin herken ik melodieën van klassieke muziek. Als ik in het stadscentrum loop  hoor ik steeds een merel wiens zang veel weg heeft van de muziek van de Beatles. Ik sta dan even stil om te luisteren en te kijken. Meestal lopen mensen me dan zonder het te horen of te zien voorbij, maar soms kijken en luisteren ze mee. Laatst stonden een man en een vrouw ook even stil en de vrouw fluisterde tegen de man “Blackbird”! Ze liepen lachend verder en de man floot het nummer van de Beatles wat ik ook in de zang van de merel hoorde Blackbird.

Anita Hol-Bubeck