Door Rita Verduin
Ik heb ooit een collega gehad, waarbij ik zag dat hij wat mankeerde aan zijn ogen, maar het was zo subtiel dat ik er nooit achter ben gekomen of hij een lui oog had of dat hij misschien een beetje loenste. Je gaat natuurlijk ook niet zo gemakkelijk vragen aan iemand die je maar beperkt kent wat hij aan zijn ogen heeft. Tot ik mijn verhaal schreef over de verwijdering van mijn zieke oog en hij daarop reageerde en zei dat hij ook een kunstoog had. “Jeetje”, dacht ik, “Dat zou ik nou nooit hebben geraden.” Hij vertelde erbij dat hij al jaren glazen protheses droeg en daar heel tevreden mee was.
Kunststof oogprothese
Voor een glazen kunstoog kun je terecht bij een Duitse firma die ook in Nederland praktijk houdt (red. inmiddels niet meer), maar het enige ziekenhuis dat mensen rechtstreeks naar hen doorstuurt is het Oogziekenhuis in Rotterdam. Het glazen alternatief zou minder comfortabel en meer kwetsbaar zijn. Als het buiten koud is wordt het kunstoog ook heel koud en dan heb je zo’n koude klets in je hoofd en als het kunstoog valt, valt het al snel uiteen in honderden glassplinters. Dat klinkt onaantrekkelijk genoeg.
Voordelen van een glazen oogprothese
Stiekem begon ik na te denken over de voordelen van een glazen oogprothese. Het ziet er natuurlijker uit omdat glas nou eenmaal beter en meer glanst dan kunststof en misschien zouden ze de kleur van mijn iris beter kunnen benaderen? Ik besloot mijn ex-collega te bellen en te vragen waarom hij had gekozen voor een glazen kunstoog. Aan de telefoon vertelde hij dat hij het er beter vond uitzien en dat hij het ook fijn vond dat het oog wordt gemaakt waar je bij bent. Qua tijdsinvestering kost het je een afspraak van circa twee uur en daarmee ben je meteen klaar. “En hoe zit het met die koude klets in je gezicht als het koud is?” vroeg ik. “Ik merk het verschil eigenlijk niet” was zijn antwoord.
Glasblazen op de vierkante millimeter
Ik besloot de gok te wagen en maakte een afspraak bij de Duitse firma Müller Söhne, die regelmatig praktijk houdt in Bussum (red. inmiddels is dit Benjamin Flettner). Uit een grote voorraad bolletjes met daarin irissen en pupillen aanwezig, werd mijn aanstaande oog gekozen. Het glazen bolletje werd in een gasvlam gehouden en al glasblazend werd begonnen aan het proces om van een volkomen rond bolletje een schaaltje als een schelp te maken. De Müller van dienst (het is een familiebedrijf) draaide en blies en toverde al doende met minuscule instrumenten en al friemelend aan het glas, draden van glas als spaghettislingers.
Wat precies de reden was van de glasdraden wist ik niet, en weet ik trouwens nog niet, maar het was een ware kunst deze man bezig te zien. Het was glasblazen op de vierkante millimeter, en dat allemaal ter ere van mijn kapotte oog. Na een eindeloze tijd van blazen en draaien en afkoelen in een bakje met water, was het schaaltje zover klaar dat ik hem kon passen.
“Nee”, zei ik, “Deze zit niet goed, hij is te groot.” In het Duits werd er gevraagd wat ik van de iris vond en ik kon met een handspiegel van dichtbij kijken hoe het oog er uitzag. Ik schrok: “Het oogwit is veel te wit”, en ik werd van zo dichtbij mogelijk, en allebei met een mondkapje op, zo goed mogelijk in mijn ogen gekeken. “Sie haben recht”, hoorde ik hem zeggen en opnieuw ging hij met engelengeduld draden trekken en blazen en afkoelen. Na een tijdje kon ik hetzelfde schaaltje weer passen en tot mijn grote verrassing zaten er allemaal gekleurde sliertjes in alsof er adertjes gesprongen waren, alleen hier iets regelmatig van karakter, maar dat zag je vast niet als het oog in mijn gezicht zou zitten. En zo bleek het precies te zijn. Ik deed het glazen kunstoog in en was verrast over het resultaat. “Wat mooi”, hoorde ik mezelf zeggen en ik keek nog eens. Het zag er mooi en natuurlijk uit.
Schoonmaken
Ik zou het glazen oog eens in de twee weken moeten verwijderen en schoonmaken, gewoon met koud kraanwater. Het was minder bewerkelijk dan een kunststof kunstoog. Maar ja, mijn kunststof kunstoog had ik er in de twee jaar dat ik het droeg maar eenmaal uit gehad en dat was toen ik het na een jaar kon laten polijsten. Verder zat het 24/7 op zijn plek, in mijn gezicht. Dat was helemaal niet volgens het boekje, maar ik kan best een beetje eigenwijs zijn. Ik besloot, tegen het advies in, het glazen kunstoog er ook nooit uit te halen behalve als het per se zou moeten vanwege een ontsteking of iets dergelijks. We zijn inmiddels vijf maanden verder en tot nu toe werkt het zonder problemen. Schoonmaken hoeft niet. Ook dit oog zit 24/7 in mijn gezicht en het geeft veel minder prut dan het kunststof oog. Dat kon nog wel eens vol zitten met een soort snot; bij dit oog is dat er hoegenaamd niet.
Vrieskou
Enige weken nadat ik het glazen kunstoog had gekregen, kreeg ik mijn vuurdoop wat betreft vrieskou. Het was medio februari en Nederland beleefde de koudste week sinds een aantal jaren. Ik heb vier dagen heel flink geschaatst, in de kou en op sommige dagen met een forse ijzige wind erbij. En het oog? Is het een koude klets? Is het buiten in de kou heel onaangenaam? Nee, helemaal niet. Ik ervaar geen enkel verschil met de prothese van kunststof. Er zit helemaal geen koude klets in mijn gezicht. Echt helemaal niet.
Ik ben blij met mijn eigenwijze besluit.