‘Ik loop voortdurend tegen mensen aan’, is één van de meest gehoorde klachten van mensen die een oog verloren hebben. Dergelijke botsingen vinden bijna altijd plaats als je een onverhoedse draai maakt naar de kant waar je een oog mist. Draai dus altijd eerst je hoofd en dan pas je lichaam. Controleer je blinde hoek voordat je de draai maakt. De gewoonte om de blinde hoek te checken zal op den duur iets vanzelfsprekends worden. Maar probeer er vanaf het begin aan te wennen, om in alle situaties waarin je van richting verandert, steeds de blinde hoek te controleren. Denk hierbij aan zwemmen, skiën, fietsen, schaatsen of varen en in het bijzonder aan het autorijden.
Linkshandige mensen kiezen vaak een plaats aan tafel waar ze tijdens het eten niet in de knoop kunnen komen met hun rechtshandige buurman. Op dezelfde manier kun je een plaats kiezen die voor je ziende oog optimaal is. Dan zul je je ook meer op je gemak voelen en dus ook een stukje zelfverzekerder!
Maar ook als je de beste plaats gekozen hebt, is dat nog geen garantie dat alles vlekkeloos verloopt. Let vooral op de bediening: die kan nog wel eens opduiken aan je blinde kant en dat kan vervelende situaties opleveren. Kijk daarom altijd even snel naar die kant voordat je een breed gebaar maakt. Het is niet heel prettig om een bord soep over je heen te krijgen!
Bij fietsen moet je extra rekening houden met het beperkte gezichtsveld aan de aangedane kant. Bijvoorbeeld bij het links of rechts afslaan, is er geen goed overzicht van het eventueel achteropkomend verkeer. Hier kan een goede zijspiegel uitkomst bieden, zodat je het hoofd niet te ver om moet draaien.
Je probeert een hand te schudden maar – helaas – je grijpt mis. Toch is dit eenvoudig te vermijden. Je hoeft alleen maar je hand in een rechte lijn voorwaarts te bewegen naar de hand die je wilt schudden, net zolang totdat je contact maakt. Natuurlijk kun je ook als eerste je hand uitsteken.
Het inschatten van de afstand die nodig is om netjes vanuit een fles in een glas te schenken, leer je met wat simpele oefeningen. Zet de tuit van de theepot tegen je kopje aan bij het inschenken.
Houd verder rekening met kleurcontrast. Melk schenk je makkelijker in een rode beker dan in een witte. Door het kleurcontrast is het niveauverschil met de rand beter zichtbaar. Het kan ook helpen met de ene hand een beker, kopje of glas vast te houden, terwijl de andere hand schenkt. Je kunt ook oefenen je gehoor in te schakelen bij het inschenken. Naarmate een glas, kopje, beker of fles voller wordt, zal de toon lager worden. Zo kan ook het gehoor je helpen bij het vullen van een emmer, het bad, de spoelbak van het aanrecht etc.
Er zijn zeer oude hulpmiddelen voor de draad door de naald. Een draaddoorhaler -een zogenaamd Wilhelmientje- is een apparaatje waar je de naald inzet en door schuiven de draad erdoor krijgt. Deze kun je op internet bestellen.
Heb je geen Wilhelmientje in huis, probeer dan dit: Houd de naald recht voor jouw goede oog en probeer de draad van voor naar achter in het oog van de naald te steken. Dus niet van rechts naar links zoals je vroeger misschien gewend was.
Iedereen weet het: in het moderne verkeer is de voetganger vaak het haasje. Ook al heb je twee goede ogen. Een bijzonder risico voor iemand met één oog zijn auto’s en fietsers die plotseling opduiken aan je blinde kant. De enige manier om hier mee om te gaan, is om eraan te wennen om op het allerlaatste moment naar beide kanten te kijken – en vooral naar de kant met beperkt gezichtsveld.
Bij reiken naar iets is het voor de één gemakkelijker het voorwerp met de hand recht vooruit te benaderen en voor de ander dit met een boog vanaf de zijkant te doen. In beide gevallen is het een kwestie van (voorzichtig) uitproberen.
De stoeprand is nog veel verraderlijker. Je zult al snel ontdekken, dat stoepranden verrassend vaak in hoogte variëren. Er zijn geen leuningen om je aan vast te houden en door één foute inschatting kun je je al lelijk verstappen. Na enige oefening zal het je echter beslist lukken de hoogte van een stoeprand beter inschatten. Als je een stoeprand nadert, kijk dan goed naar de positie van de rand ten opzichte van het wegdek. De hersenen zullen aan de hand van deze factoren en je loopsnelheid kunnen berekenen hoe groot de stap moet zijn, die je moet nemen.
Traplopen kan ook de nodige problemen opleveren. Of je nu naar boven of naar beneden gaat, let altijd op de laatste tree. Vooral als de treden op dezelfde manier gestoffeerd zijn als de vloer of als de lichtinval verkeerd is, valt het niet mee om ze van elkaar te onderscheiden. De eerste treden gaan meestal wel goed, maar juist als je denkt dat je het eind van de trap hebt bereikt, is het aan te raden om met de neus van je schoen te voelen of er misschien nog een tree komt. Houd daarbij met één hand de leuning vast. Pas op: er kan nog een tree komen…
Anita Hol-Bubeck ziet met één oog. Zij geeft in deze video praktische en persoonlijke tips over het zien met één oog.
Vereniging OOG in OOG informeert, ontmoet, adviseert en komt op voor jouw belangen. Bekijk wat we allemaal doen voor mensen die zien met één oog.
Er bestaan glazen en kunststof oogprothesen. Wat zijn de voor- en nadelen van de verschillende soorten? En waar laat je deze maken?
Als je voor een oogverwijdering staat, heb je vaak veel vragen. Wat gaat er precies gebeuren? Wat zijn de gevolgen van de operatie? Naar welke arts moet ik gaan?