Vaak is het kunstoog, ook nadat deze goed onder de kraan is gehouden, niet 100% schoon en dan kan hij behoorlijk prikken. Meestal is het leed snel geleden als de prothese wordt schoongespoeld met een druppeltje alkalivrije vloeistof, zoals babyshampoo. Sommige mensen gebruiken voor het schoonmaken liever contactlenzenvloeistof en zijn daar heel tevreden over, maar anderen daarentegen juist weer niet. Er zijn mensen die zweren bij het gebruik van 2 in 1 contactlenzenvloeistof en zij bewaren daar ’s nachts hun oogprothese in. Bij hen helpt het heel goed tegen irritaties. Het blijft een zaak van proberen!
Na het verwijderen van een oog kan blijken dat de holte waarin een kunstoog moet passen, te klein is. Dit komt doordat er te weinig weefsel in de holte aanwezig is. Het probleem doet zich voor bij mensen die al meerdere oogoperaties hebben ondergaan, na ongevallen of door beschadiging door bijtende stoffen zoals loog of zuur.
Als een oogprothese uit de oogkas valt, komt dat meestal doordat de plooi in het onderooglid waarin de oogprothese rust te ondiep is geworden. Om dit te verhelpen, wordt de plooi operatief dieper gemaakt. Soms kan dit worden bereikt door het bindvlies in de oogkasholte naar beneden toe vast te hechten. Als er echter onvoldoende bindvlies aanwezig is, moet het slijmvlies in de oogkas worden aangevuld met een transplantaat. Meestal wordt hiervoor slijmvlies uit de binnenkant van de lip of wang gebruikt. In beide gevallen is een operatie onder narcose noodzakelijk.
Bij het dragen van een kunstoog kan er (eiwit)afscheiding of prut ontstaan in het oog. Veel mensen hebben hier in meer of mindere mate last van. Soms wordt het veroorzaakt door de airconditioning of verblijf in een stoffige ruimte. Ook kan de prut erger worden wanneer het lang geleden is dat de prothese gepolijst is, of wanneer de prothese niet meer goed past. Met een vochtig gemaakt wattenstaafje kan de prut makkelijk uit het oog gehaald worden. Is dit niet bij de hand dan met een zakdoekje. Ook kan de prothese even afgespoeld worden onder de kraan.
Dit komt voor wanneer het gewicht van een oogprothese drukt op de weefsels aan de binnenkant van het onderste ooglid. Hierdoor kan dit geleidelijk lager komen te staan of gaan hangen. Gelukkig is dit meestal goed te behandelen door het ooglid onder plaatselijke verdoving wat strakker te zetten.
Dit kan voorkomen wanneer het bovenooglid lager over het kunstoog zakt dan over het andere oog. Dit probleem kan verholpen worden door de spier in het bovenooglid onder plaatselijke verdoving wat strakker te zetten. Maar kijk eerst ook wat de ocularist voor je kan doen.
Vreemd materiaal dat in het lichaam wordt geplaatst, kan altijd worden afgestoten. Dit geldt ook voor implantaten in de oogkas. Gelukkig komt dit zelden voor bij bolvormige implantaten. In een vroeg stadium kan het soms voldoende zijn om het weefsel aan de voorkant van het implantaat opnieuw te bedekken. Als dit niet meer mogelijk is, kan er een nieuw implantaat worden geplaatst.
Deze drie afwijkingen wijzen allemaal op hetzelfde probleem: volumetekort in de oogkas. Dit kan gebeuren doordat er geen implantaat in de oogkas aanwezig is, of omdat het geplaatste implantaat te klein is. Een andere mogelijke oorzaak van deze afwijking is een geleidelijke afname van de hoeveelheid vet in de oogkas. Helaas kunnen deze problemen niet altijd worden opgelost met een grotere oogprothese. Er is eventueel een andere oplossing: het volume in de oogkas kan worden opgevuld. Lees hierover ook een interview met oogarts Dyonne Hartong in onze informatie bibliotheek.
Af en toe ontstaan er kleine gaatjes in het slijmvlies. Dit gebeurt vaak doordat het slijmvlies geleidelijk dunner wordt, wat kan komen door druk van de oogprothese op het implantaat. Soms ontstaat er ook een blaasje onder het slijmvlies. Om dit te verhelpen, zal de oogarts meestal een ingreep moeten uitvoeren.
Veel mensen hebben op latere leeftijd last van droge ogen. De oogleden veranderen bij het ouder worden enigszins, waardoor de slijmvliezen sneller uitdrogen. De productie van oogvocht kan ook wat verminderen. Deze problemen zullen prothesedragers ook ervaren.
Wij kregen van onze leden de volgende tips:
Wat verandert er als je nog maar met één oog ziet? Hoe gaat het met werk, studie, sport en autorijden. Hoe ga je om met de vermoeidheid en de acceptatie?
Er zijn verschillende redenen waarom mensen zien met één oog. Op deze pagina vind je de meest voorkomende aanleidingen.
Als je voor een oogverwijdering staat, heb je vaak veel vragen. Wat gaat er precies gebeuren? Wat zijn de gevolgen van de operatie? Naar welke arts moet ik gaan?