Martien Meiland
Martien Meiland (63), bekend van het TV-programma Chateau Meiland, heeft twee verschillende kleuren ogen. Bij Martien is de zwarte vlek in zijn rechteroog niet aangeboren, maar het gevolg van een ongeluk dat hij als klein kind had. Het gebeurde tijdens een knutselmiddag toen hij vier jaar oud was. “Ik heb mezelf met een schaar in mijn rechteroog gestoken tijdens het plakken en knippen, zoals kinderen dat doen. Echt pijn deed het niet. De volgende ochtend werd ik wakker en mijn hele kussen was drijf- en drijfnat. De huisarts zei: ‘Dat is heel foute boel. Direct naar het ziekenhuis!’ De schaar was helemaal door m’n oogbol gegaan. Ik zie sinds dat ongeluk helemaal niets meer met mijn rechteroog. Ik heb een jaar in het ziekenhuis gelegen en ik ben negen keer geopereerd.”

© Foto: instagram.com/martien meiland/
We zien Martien op televisie vaak achter het stuur zitten. Heeft hij er bij het autorijden geen last van? Hij vertelde in weekblad Margriet en Weekend over het zien met één oog: “Ik kan me voorstellen dat het een probleem zou zijn als zoiets op latere leeftijd gebeurt. Maar ik weet eigenlijk niet beter en ondervind er geen grote hinder van. Wel heb ik een dode hoek aan mijn rechterzijde. Als iemand aan die kant naast me staat, zie ik diegene niet.”
Volgens Martien valt het veel mensen later pas op dat hij twee verschillende oogkleuren heeft. “Veel mensen zien het bij een bepaalde lichtval. Laatst zei iemand tegen me: ‘wat heb jij eigenlijk mooie ogen’. Toen zei ik: ‘moet je een schaar in je oog steken, dan krijg jij het ook!'”
Antoon
Antoon (23), artiestennaam van Valentijn Verkerk, is een populaire Nederlandse zanger, songwriter en muziekproducent. Hij is vooral bekend om zijn catchy popnummers met invloeden van hiphop en elektronische muziek. Hij brak in 2021 door met nummers als Hyperventilatie en Vluchtstrook.

© Foto: instagram.com/antoonpb/
Als je foto’s van Antoon als kind ziet, keek hij behoorlijk scheel. In het dagblad Het Parool vertelde hij afgelopen jaar: “Misschien toen wat meer dan nu. Maar ik ben nog steeds scheel. Ik ben blind aan mijn rechteroog, zo ben ik geboren. Ik kan geen diepte zien, vandaar ook dat ik nooit zo’n sporter was, maar ik ben eraan gewend. Dat niet meteen te zien is dat ik aan een oog blind ben, komt doordat het oog wel meedraait met het andere. Maar het beweegt wel trager en blijft soms ook op een punt staan. Ik heb een beperkt kijkgebied en ik bots nog weleens tegen iemand op.”
Rembrandt van Rijn
De schilder Rembrandt Harmensz van Rijn (1606-1669) had een lui oog en had daardoor waarschijnlijk problemen met het waarnemen van diepte. Dit is de conclusie van de Amerikaanse neurobiologen Margaret S. Livingstone en Bevil R. Conway van Harvard Medical in Boston, na het bestuderen van 36 zelfportretten van de Nederlandse schilder. In 24 van de 25 olieverfportretten is het zichtbaar dat de schilder zijn linkeroog iets asymmetrisch afbeeldt. En in alle 12 onderzochte etsen was het Rembrandts rechteroog dat een afwijking vertoonde.
Dr. Livingstone gelooft dat het niet het linkeroog van de schilder was, maar zijn rechteroog dat lui was, omdat hij zijn eigen reflectie schilderde. In zijn etsen vertoonde zijn rechteroog een afwijking, wat kan worden verklaard door het feit dat links en rechts omgekeerd zijn tijdens het drukproces van etsen.

© Foto: vedea.com/nl
Volgens de twee Harvard-onderzoekers hadden andere beroemde schilders, zoals Pablo Picasso en Leonardo Da Vinci, ook oogafwijkingen die geen negatieve invloed hadden op hun artistieke prestaties. Volgens Margaret Livingstone zouden ze voordeel hebben gehad van het luie oog bij het overbrengen van driedimensionale beelden in tweedimensionale schilderijen of tekeningen. Bij het onderwijzen van tekenen of schilderen wordt vaak gevraagd om één oog te sluiten om het beeld beter te zien en het op een vlak te kunnen weergeven. De kunstenaars die zien met één oog hebben een natuurlijke vaardigheid om te focussen op de vormen van objecten en de ruimte rondom een object, vaak negatieve ruimte genoemd, zegt Dr. Conway. Dit geeft hun een natuurlijk voordeel bij het ontwikkelen van ‘platte’ beelden.