header image

Ook haar jongere zusje Lot vroeg er nooit iets over. Lot wordt wel eens boos, omdat ik valsspeel bij haar slaapspelletje. We doen dan alsof we slapen en dan moet je de ogen dichtdoen. Maar omdat mijn epithese niet kan bewegen, kan ik dat oog niet dichtdoen.   

Mijn dochter – de moeder van Maan en Lot – kijkt me aan en ik zie dat de vraag van Maan ook haar verrast. Ik knik geruststellend en vertel aan Maan dat ik al heel lang geleden aan mijn oog geopereerd ben. Er valt een stilte en dan stelt Maan een aantal vervolgvragen: ‘Waarom was je dan geopereerd? Had je bloed? Had je pijn? Moest je ook spugen? Werd je beter?’ Ik geef haar de eenvoudigste versie van de uitleg die ik kon bedenken. Mijn oog was ziek en kon niet meer beter gemaakt worden. Daarom kreeg ik een ‘nepoog’ dat niet kan bewegen en waarmee ik niet kan zien. Maar nu heb ik géén pijn meer en ben ik weer helemaal beter.  

Maan en Lot hebben aandachtig zitten luisteren. Maan zucht en knikt goedkeurend. Lot wijst met haar vingertje naar mijn epithese en zegt ‘oog is vast’, kennelijk begrijpt ze ineens waarom ik valsspeel bij haar slaapspelletje! 

De volgende dag vertelt mijn dochter dat de meisjes het verhaal begrepen hebben en dat ze druk bezig zijn met ziekenhuisje spelen. Ze behandelen beren en poppen die ineens van alles mankeren. Ze hebben koorts, bloedende wonden, gebroken pootjes, zere kelen etc. ‘Maar…..’, vertelt mijn dochter lachend, ‘wat het favoriete popje mankeert, vind je vast hilarisch’. Even later stuurt ze mij de foto van het zielige aan haar oogje geopereerde popje! 

Anita Hol-Bubeck 

Ga naar de inhoud