Ruth: ‘Het klinkt misschien wat vreemd om te zeggen, maar ik vond de weg van oogverwijdering naar oogprothese een super-goede ervaring. De prothese is echt een soort cadeautje.
U moet weten dat ik al vanaf mijn tiende jaar om de paar weken bij de oogarts kwam. Ik had namelijk aan beide ogen regelmatig inwendige oogontstekingen (Uveïtis). Meestal waren oogdruppels voldoende om de ontstekingen onder controle te krijgen. Maar aan mijn rechteroog is in de loop van de tijd toch schade ontstaan. De ontstekingen zorgden voor staar. Vervolgens werd de lens verwijderd, kreeg ik laserbehandelingen, een zenuwbeschadiging en had ik een te hoge oogdruk. Over een lange periode werd het zicht minder. Ik ben nu ongeveer tien jaar helemaal blind aan één oog, dat bovendien ook nog eens scheef stond. Ik moet eerlijk zeggen, ik heb dat nooit als een groot probleem ervaren en ben gewend om op mijn goede oog te vertrouwen.
Een oogprothese?
Ook met één blind oog ben ik altijd jaarlijks een oogarts blijven bezoeken. Om complicaties tijdig op te kunnen merken en het zicht van mijn goede oog te checken. Twee jaar geleden vroeg een invallende oogarts mij of ik wel eens aan een oogprothese had gedacht. Nee dus. Ik had zelfs geen idee dat dat kon voor mijn blinde oog. Ook al had ik weinig problemen met mijn blinde oog, in de loop van de jaren was het oog erg gaan zwellen en werd het ook steeds scheler. Toen ik ook nog eens enthousiaste verhalen hoorde over anderen met oogprotheses, werd ik toch wel nieuwsgierig. Ik besloot dan ook mijn eigen oogarts te vragen om een verwijzing voor een oogverwijderingsoperatie. Dat bleek nog niet zo eenvoudig, want niet alle oogartsen zijn enthousiast over het definitief verwijderen van een blind, maar natuurlijk oog. Via een omweg kon ik in april 2018 toch bij het Oogziekenhuis in Rotterdam terecht.
Doe maar!
Vanaf dat moment kwam de vaart er lekker in. In het Oogziekenhuis werd ik razend snel doorverwezen naar de juiste specialist. Zijn reactie: “Of we het perfect krijgen weet ik niet, maar het wordt altijd beter dan nu”. “Doe maar”, zei ik dus. Waar ik vooral benieuwd naar was, hoe zo’n prothese er bij oogbewegingen uit zou zien. Online zijn er zat foto’s, maar bewegende beelden zijn lastiger te vinden. Zo kwam ik met Vereniging OOG in OOG in contact en ontmoette ik Tonnie Landman. Tijdens deze afspraak kon ik haar van alles vragen en kon ik stiekem bekijken hoe haar oog er in het ‘echt’ uitziet. Ik was overtuigd. En ook een beetje ongeduldig, want de wachtlijst was ongeveer zes maanden. Hoe het kan, weet ik nog steeds niet, maar uiteindelijk kon ik al binnen twee maanden geopereerd worden.
We gaan beginnen…
Omdat ik vaker aan mijn oog geopereerd ben, zag ik niet op tegen de operatie. Terwijl eerdere operaties soms zinloos leken (opereren van een blind oog dat ook na operatie nog steeds blind bleef), werd ik hier erg blij van het idee dat dit waarschijnlijk de laatste operatie zou zijn aan het oog.
Het laatste wat ik me herinner vóór de operatie is dat de oogarts enthousiast riep: “Oké, we gaan beginnen!”Een uurtje later ongeveer werd ik met een drukverband op mijn oog weer wakker. Het herstellen ging heel snel: vanaf de dag na de operatie voelde ik mij best wel goed en pijn heb ik eigenlijk niet gehad. Het was wel echt nuttig om twee weken vrij te plannen: ik was de dagen na de operatie snel moe en kon niet goed tegen veel prikkels. Na een week of zes kwam ik nog eens terug voor een controle bij de oogarts. Belangrijkste boodschap: je hoeft nooit meer terug te komen… Fijn na 20 jaar!
Elke dag een selfie
Wat leuk was tijdens die eerste dagen, is dat je elke dag een beter beeld krijgt van hoe je oog eruit komt te zien. Tijdens de operatie was een tijdelijke glasprothese geplaatst. Maar door de zwelling ziet dat er de dag na de operatie nogal onsmakelijk uit. Elke dag werd het oog minder dik en minder blauw. Na ruim een week was de zwelling helemaal weg.
Gewoonlijk maak ik zelden selfies, maar in die dagen heb ik ze regelmatig gemaakt. Want iedereen wilde graag mijn ‘nieuwe’ oog zien. Dus maakte ik af en toe een filmpje om te zien of het oog goed mee bewoog met het andere. Grappig genoeg had ik na de operatie spierpijn in mijn oog. Ik moest de spiertjes in de oogkas weer trainen: elke dag kon ik het protheseoog iets verder naar links, rechts, boven en beneden bewegen. Helemaal meebewegen doet het nooit, maar het komt een goed eind in de richting.
Snoepwinkel
Maar goed, mijn prothese was nog altijd een tijdelijke: een beetje te blauw, een beetje te klein, een beetje te dun… Ik bezocht eerst twee ocularisten voor het maken van een nieuwe oogprothese. Ik had eigenlijk geen idee wat ik me daarbij voor moest voorstellen. Misschien iets dat het midden houdt tussen een kunstenaarsatelier en een tandartsenpraktijk? Wel, het heeft zeker iets van beide. Maar misschien nog wel het meest van een snoepwinkel: bakken vol ogen in allerlei kleuren en maten. En alles op maat en met de hand gemaakt.
Perfectionist
Ik koos voor de ocularist die me vertelde: ‘Ik ben echt een perfectionist, ik ga door tot we helemaal tevreden zijn. Als ik het daarvoor drie keer over moet doen, dan doe ik dat’. Nu ben ik zelf ook een perfectionist en vaak is dat een bijzonder onhandige eigenschap. Maar nu leek mij dit perfect…Een week of acht na de operatie kwam ik bij de ocularist om de kunststof prothese te laten maken. Veel foto’s, een paar proefogen passen voor de kleur, de maat, de iris, het oogwit. En vooral heel diep in de ogen gekeken worden… beetje ongemakkelijk!
Na een paar weken was de prothese klaar. Ter plekke werd er nog wat bijgeschaafd. Ik ben echt onder de indruk van de precisie van hun werk. Toch ben ik daarna nog twee keer terug geweest. De stand was nog nét niet helemaal goed en de vorm van de oogholte bleef na de operatie nog steeds een beetje veranderen. Het werd passen en meten voor de juiste stand, fixatie en symmetrie van beide ogen. Eind oktober was de prothese uiteindelijk helemaal naar wens. En supermooi!
Oogcontact
Ik heb de prothese nu een paar maanden. Het voelt heel natuurlijk. Omdat mijn eigen oog, voor de operatie, groter was geworden, gaf dat soms wat druk en irritaties. Dat is nu helemaal weg. Ik merk eigenlijk niet dat ik een prothese in heb.
Maar de grootste winst: oogcontact maken is ineens een stuk gemakkelijker. Door mijn schele oog zochten mensen vaak naar welk oog ze mij moesten aankijken. Dat leidt af in het gesprek, voor ons allebei. Ook dat is nu helemaal weg; mijn ogen kijken weer dezelfde kant op. En dat praat toch een stuk makkelijker.