Door dr. A.L.W. Groot, oogarts
Microftalmie of anoftalmie zijn zeldzame, aangeboren aandoeningen waarbij een oog te klein is of zelfs helemaal ontbreekt. Vaak hebben deze kinderen ook kleinere oogleden, minder volume aan één kant van het gezicht en een kleinere oogkas. In veel gevallen is het aangedane oog slechtziend of blind.
Als blijkt dat het kind met het aangedane oog geen zicht meer zal krijgen, kan de behandeling zich richten op het uiterlijk. Het doel is dan om een oogprothese (een kunstoog) te kunnen dragen die zorgt voor een symmetrisch gezicht.
Tot nu toe was er weinig kennis over hoe verschillend deze aandoeningen kunnen zijn, en er waren geen duidelijke richtlijnen voor de behandeling. Ook was er geen goede manier om te meten of een behandeling goed had gewerkt.
Nieuwe methode
In dit onderzoek hebben we een nieuwe methode voorgesteld om te bepalen hoe ernstig het oog is aangedaan. We deden dit door de lengte van het oog op te meten via een echo en deze te vergelijken met het andere, gezonde oog. Zo konden we de aandoening in drie groepen verdelen:
- Ernstig: 0–45% van de normale lengte
- Matig: 45–75%
- Mild: 75–100%
Kinderen in de milde groep hebben meestal geen behandeling nodig, maar we volgen hen wel op, omdat het oogje misschien niet goed meegroeit. Als het aangedane oog kleiner is dan 10,5 mm, adviseren we om al in de eerste maanden na de geboorte te beginnen met behandeling. Deze kinderen hebben namelijk meer kans op een scheve gezichtsontwikkeling.
We stelden ook een eenvoudige manier voor om te bepalen of een behandeling succesvol is: door de breedte van de oogopening (de horizontale spleet tussen de oogleden) te meten. Die moet minimaal 80% zijn van het gezonde oog. Dat kun je gewoon meten met een liniaal tijdens een consult.
3D geprinte conformers
Verder hebben we onderzocht of 3D-geprinte hulpmiddelen (conformers) een goed alternatief zijn voor de traditionele, handgemaakte versies. Deze nieuwe methode blijkt goed te werken: kinderen krijgen een mooi gevormde oogkas en kunnen een passende oogprothese dragen, vaak zonder dat er een operatie nodig is.
Over Annabel
In oktober 2015 begon Annabel aan haar opleiding tot oogarts aan het Amsterdam UMC, en vanaf juni 2018 combineerde zij deze opleiding met haar promotieonderzoek onder begeleiding van Dr. Dyonne Hartong. Aan het eind van haar opleiding verdiepte zij zich in orbita- en oculoplastische chirurgie, en op het gebied van scheelzien. In november 2020 trad Annabel in dienst bij het Radboudumc in Nijmegen als oogarts, met een focus op neuro-oftalmologie en scheelzien. Daarnaast volgde zij een fellowship scheelzien aan het Leids Universitair Medisch Centrum.
De promotie vond plaats op 10 januari 2025 aan de Universiteit van Amsterdam. Copromotor was dr. D.T. Hartong en promotoren waren prof. dr. A.C. Moll en prof. dr. P. Saeed.