Cor vertelt in de wachtkamer dat hij 12 jaar geleden problemen met zijn rechteroog kreeg. Al snel blijkt dat hij te maken heeft met de acanthamoeba parasiet die voorkomt in kraanwater. De parasiet was achter zijn contactlens gaan zitten waardoor zijn hoornvlies werd geïnfecteerd. Na jaren van problemen met zijn oog besluit hij – mede op aanraden van een familielid die zelf een oogprothese heeft – het zieke oog te laten verwijderen. Een grote stap. Maar de operatie afgelopen maart verloopt succesvol. En vandaag gaat hij voor de volgende stap: een mooi nieuw kunstoog. Cor vertelt: “Ik heb nu een glazen exemplaar van Het Oogziekenhuis in Rotterdam. Deze worden standaard geplaatst als de oogverwijderingsoperatie achter de rug is, maar je nog wel onder narcose bent. Dat was heel fijn, want nu kon ik vrij snel na de operatie gewoon over straat, zonder dat het echt opviel. Deze oogprothese is echter wel een beetje te klein en de kleur is te donker. Ik hoop dat Frédérique een groter exemplaar kan maken, zodat mijn ogen weer een beetje op elkaar lijken.”
Oogprothese voor de dag
Eenmaal in de spreekkamer bekijkt Frédérique de geopereerde oogkas. Deze ziet er heel goed uit beaamt de oculariste. Rustig en met een vleugje humor beantwoordt Frédérique de vragen van Cor. Zo wil hij weten of ze met zijn nieuwe oogprothese kan voorkomen dat zijn oog iets inzakt als hij moe wordt. Resoluut antwoordt ze: “Ik maak een oogprothese voor overdag en niet eentje voor na zessen.” Om vervolgens rustig uit te leggen dat ze niet helemaal kan voorkomen dat het oog iets inzakt als het vermoeid is.
Frédérique gaat vervolgens geconcentreerd aan de slag. Na het passen van het basismodel boetseert ze met rode was het model dat ze uiteindelijk wil hebben. Hoeft ze dan niet eerst te meten en te passen? “Je kijkt hier naar 30 jaar ervaring”, zegt ze lachend. “Door goed naar zijn gezicht en oogkas te kijken, kan ik met was een model maken. De volgende stap is het bepalen van de kleur en tekening van het oog. Frédérique komt met een grote bak met blauwe oogprothesen aanlopen. Aandachtig bekijkt ze verschillende exemplaren en vergelijkt deze met het goede oog van Cor. De een is te licht en de ander weer te donker. En er moet nog een randje om de iris. Uiteindelijk heeft ze 3 kleurmonsters geselecteerd. “Het wordt een combinatie van deze drie”, licht ze het selectieproces toe. Cor vraagt zich af of ze dan niet nog een foto wil maken van zijn goede oog. Dat is niet nodig, het werkt juist averechts: “Het oog reageert op licht, dus de kleur van de ogen verandert op de foto. De ervaring leert dat deze handmatige werkwijze de beste kleurimpressie geeft”, legt zij uit. Cors eerste consult zit erop. Over 3 weken kan hij zijn oogprothese ophalen. “Dan passen we de prothese, slijp ik het op maat en zet de puntjes op de i”, besluit Frédérique.
Geheim recept
Nadat we Cor en zijn vrouw gedag hebben gezegd, laat Frédérique het laboratorium zien waar de oogprothesen worden gemaakt. Technisch medewerker Carmen is bezig met de gipsen mallen waarin de oogprotheses worden gemaakt. Vervolgens gaat de oogprothese door naar Rik. Hij schildert de iris en maakt met dunne draadjes zijde de adertjes op het kunstoog. Daarna wordt het gepolijst en is het kunstoog klaar. Frédérique: “Een opvallend kenmerk van een kunstoog van Frédérique Bak is dat de iris veel diepte heeft. Dat is een beetje mijn geheime recept.”
Frédérique werkt niet alleen in Den Haag. Zij heeft ook spreekuren in Zaandam, Utrecht, Leeuwarden, Hattem en Breda. “Dat is een van onze vaste pijlers. Dat we landelijk werken. En dat ik nauw samenwerk met de orbitaspecialist en verpleegkundig specialist in het UMC Utrecht waardoor we net dat stukje extra zorg kunnen geven. Dezelfde fijne samenwerking heb ik met de specialisten van het Oogheelkundig Medisch Centrum in Zaandam. We overleggen veel.” Daarnaast heeft Frédérique tijdens haar spreekuur ook altijd veel aandacht voor het psychosociale aspect van een oogprothese. “Ik ben een mensen-mens. Ik vind het daarom belangrijk dat mensen hun verhaal kunnen vertellen. Het verlies van een oog is immers een traumatische ervaring en dat verdient aandacht.”
Met gips knoeien
Het maken van de kunstogen is een heel ambachtelijk vak. Waar leer je dat eigenlijk, want er bestaat geen opleiding voor? Frédérique: “Ik ben er per toeval ingerold. Toen ik begin twintig was, kwam ik als uitzendkracht bij ocularist Erica Groet te werken. Ik was aangenomen om de koffie te schenken, maar toen ik zag wat ze daar deden, zei ik tegen haar ‘een beetje met gips knoeien dat kan ik ook wel’. Vanaf dat moment is Erica mij gaan opleiden. Ik heb twaalf jaar bij haar gewerkt. En ik heb nu zo’n 24 jaar mijn eigen praktijk.” Inmiddels werken haar dochter Floortje (schildert en ondersteunt bedrijfsmatig) en zoon Pepijn (gipst, slijpt en polijst) ook een paar dagen per week mee in het bedrijf van hun moeder. Gastvrouw Jamila ontvangt de mensen en staat ze te woord per mail en aan de telefoon. Daarnaast is Jan Bollemeijer in opleiding bij Frédérique om zich het vak van ocularist eigen te maken. “Ik ga nog even door, maar als ik op een gegeven moment stop met werken, blijft het bedrijf bestaan.”
Bekijk in dit korte fragment van het programma Klokhuis hoe het productieproces van een kunstoog bij Frédérique in z’n werk gaat.
Op de site van Frédérique beantwoordt ze veel gestelde vragen over oogprothesen.