header image

Maar naast die medische dingen, moeten tieners ook iedere dag naar school, omgaan met vriendjes en vriendinnetjes en ‘anders zijn’ dan broertjes of zusjes. Je moet wel stevig in je schoenen staan, als je dat altijd gemakkelijk afgaat. Soms heb je het er moeilijk mee en heb je wat hulp nodig. Daarom is er een tool ontwikkeld die de opgroeiende jeugd helpt de weg te vinden, als je een steuntje in de rug nodig hebt. 

Samen met de Oogvereniging

Vereniging OOG in OOG maakt zich sterk voor de belangenbehartiging van onze leden en de doelgroep en werkt veel samen met de Oogvereniging. Deze veel grotere vereniging voor mensen met een oogaandoening in het algemeen beschikt over een groot netwerk. De samenwerking gaat prima. Beide partners hebben bijgedragen aan de tool wat de inhoud betreft. De Oogvereniging heeft daarnaast de opmaak gedaan en de technische kant van de zaak. 

De inhoud van de tool in vogelvlucht

De tool is eigenlijk een website waar veel wordt uitgelegd en waar je wordt verwezen naar andere informatie. Eerst wordt uitgelegd wat het verschil is tussen lichamelijke klachten, emotionele klachten en sociale problemen die kunnen ontstaan door wat je aan je oog of ogen hebt. Voor de lichamelijke klachten moet je bij de dokter, het ziekenhuis, de oogarts of ocularist zijn. Maar waar moet je zijn voor de emotionele klachten en sociale problemen? Dat is nu precies waar de tool tieners mee wil helpen. 

Zomaar verdrietig of kwaad worden, gepest worden op school, niet meer op dezelfde manier om kunnen gaan met vrienden of vriendinnen, niet meer dezelfde sport kunnen doen of andere dingen. Wat zijn de gevolgen voor je dagelijks leven? Het is belangrijk erachter te komen wanneer je dit zelf kunt oplossen. Soms kunnen je familie of vrienden je helpen. Of de leraar op school. Maar soms heb je professionele hulp nodig. Welke hulpverleners zijn er dan en welke heb je nodig? En wie beslist welke hulp jij nodig hebt. Allemaal vragen waarmee de tool opgroeiende kinderen helpt antwoorden te vinden. Bij opgroeiende kinderen denken we aan de leeftijd van 10 tot 18 jaar, eventueel met hulp van ouders bij de jongsten.

De eerste versie van de tool is voorgelegd aan opgroeiende kinderen, ouders van zulke kinderen, een oogarts en een jeugdpsycholoog. De reacties zijn verwerkt in de uiteindelijke versie. Zo hadden we niet gedacht aan illustraties en was het eerst één grote brij van letters en woorden. Ook het kiezen van de juiste toon was best moeilijk. 

Bekijk de tools

Bekijk de online tool emotionele en sociale gevolgen van een oogaandoening voor volwassenen of de tool rotgevoelens door mijn ogen voor kinderen. Ook is er voor naasten een tool over mantelzorg: Aan de slag met mijzelf.

Ga naar de inhoud