header image

Als ik zie dat mensen schrikken dan maak ik meestal snel een grap in de stijl van: “Degene die rechts van mij zitten, adviseer ik niet hun vinger op te steken als ze iets willen vragen. Ik zie dat namelijk niet en dan moeten ze de hele les zo blijven zitten!”

Doordat ik open en eerlijk ben over ‘mijn handicap’ durven de deelnemers zich meestal ook te uiten. Op die manier ontstaat er sneller een prettige en veilige sfeer om samen te kunnen werken. In één groep verliep het kennismaken wel heel bijzonder.    

Toen ik mij voorstelde en vertelde over mijn kunstoog kreeg een van de deelnemers een brede grijns op zijn gezicht. “Nou dan zijn wij een goede combi”, zei hij, terwijl hij zijn overduidelijke kunsthand  omhoog stak. Ik ben niet snel stil te krijgen, maar het duurde even voor ik – tot opluchting van de rest van de groep – keihard in de lach schoot! 

Een andere deelnemer had vooraf gemeld dat hij slechthorend was. Hij droeg een hoorapparaat waardoor hij in groepen niet alles even goed kon volgen. Ik had beloofd zoveel mogelijk zijn kant op te kijken, zodat hij kon liplezen. Deze deelnemer stelde zich voor en vertelde over zijn ‘handicap’. Het werd weer stil…tot dat de jongen met de kunsthand tot grote hilariteit van iedereen zei: “Nou welkom bij de club meneer!”  

Als laatste nam een jonge vrouw het woord. Ze zwaaide demonstratief haar voet op tafel, rolde haar  broekspijp op en toonde haar kunstonderbeen. Alle deelnemers keken verbaasd naar het schouwspel, maar lachten vrijuit toen ze zei: “Ik wil me graag aansluiten bij jullie clubje!”

Het was een bijzonder voorstelrondje die keer. Maar doordat er van alles letterlijk en figuurlijk meteen boven tafel kwam, kon er in deze groep in grote harmonie samengewerkt worden.

Anita Hol-Bubeck

Ga naar de inhoud