Na een oogverwijderingsoperatie komt het soms voor dat mensen zien met het geamputeerde oog. Dit noemen ze ook wel het fantoom-oog syndroom.

Het fantoom-oog syndroom is een slecht begrepen en onderschatte complicatie na een oogverwijderingsoperatie. Zien met het geamputeerde oog, ook wel fantoomvisie genoemd, is ongetwijfeld de meest intrigerende en verwarrende complicatie ervaren door patiënten.

Een internationaal onderzoek is uitgevoerd in drie oculoplastische onderzoeksafdelingen, namelijk in het Academisch Ziekenhuis van Nice (Frankrijk), de Rothschild Foundation in Parijs (Frankrijk) en het Jules Gonin Oogziekenhuis in Lausanne (Zwitserland). Op oculoplastische afdelingen in  ziekenhuizen werken oogartsen die zich gespecialiseerd hebben in de behandeling van afwijkingen van de oogleden, traanwegen en oogkas, ook wel  orbitaspecialisten genoemd. Het doel van de studie was om bij patiënten te achterhalen hoeveel mensen last hadden van fantoombeelden, wat de klinische kenmerken en risicofactoren zijn na een oogverwijderingsoperatie.

Een oogverwijdering wordt door de patiënten ervaren als een psychologisch en anatomisch trauma. Het verwijderen van de oogbol kan nodig zijn om pijn te verlichten en/of in het geval van niet-esthetische blinde ogen na een trauma, netvliesloslating, glaucoom of oogmelanoom. Cosmetische revalidatie wordt meestal bereikt met plaatsen van een oculaire prothese of epithese. Desondanks wordt de psychologische impact van een oogverwijdering door artsen op grote schaal onderschat. In tegenstelling tot zeer bekende complicaties zoals het Post Enucleatie Socket Syndroom ontstaan (PESS, complicaties die ontstaan doordat het volume  niet voldoende is opgevuld) is het fantoom-oog syndroom een slecht begrepen complicatie van een oogverwijdering.

Het fantoom-oog syndroom heeft onder andere de volgende kenmerken: fantoom-pijn, fantoom-zien en fantoom visuele sensaties. Het wordt in verband gebracht met verhoogde angsten- en depressiegevoelens en een verminderde kwaliteit van leven.

 

Het onderzoek was op vragenlijsten gebaseerd bij de volgende patiënten:
• ondergingen een oogverwijdering en waren ouder dan 18 jaar;
• hadden langer dan 3 maanden geleden een socket onderzoek ondergaan voor opname.

Er deden honderd patiënten aan mee, waarvan 53 mannen, met een gemiddelde leeftijd van 65,1. De indicaties voor de oogverwijdering waren: oogmelanoom (24%), trauma (20%), netvliesloslating (20%), glaucoom (14%) en endoftalmitis* (12%).

Dertig (30%) patiënten hadden fantoombeelden. Elementair en complexe visuele hallucinaties werden ervaren door respectievelijk 80% en 20% van de patiënten. Fantoombeeld verscheen meestal binnen de eerste maand na de operatie en had de neiging om in de loop van de tijd te verminderen.

Conclusie

Fantoombeelden werden gemeld door een derde van de patiënten. Ondanks dat het algemeen verkeerd wordt begrepen, moeten oogartsen en neurologen zich bewust zijn van deze complicatie om patiënten voldoende gerust te stellen. Wil je het volledige onderzoeksrapport ontvangen?

 

Vraag deze dan op via info@ver-ooginoog.nl.

 

* intraoculaire ontsteking van het oog