Souvenir

Tijdens mijn vakantie zag ik een bamboe houten horloge waar ik op slag verliefd op werd. Een paar dagen later ging ik terug naar de winkel om te kijken of het echte liefde was. Terwijl ik het horloge paste, zag ik dat een oudere dame mee stond te kijken. Ze knikte instemmend en ik besloot het horloge te kopen.  

Buiten bij de winkel ging ik op een bankje ging zitten om mijn aankoop nog eens goed te bewonderen. De vrouw die instemmend stond te knikken in de winkel kwam naar moe toe lopen en vroeg glimlachend of ze bij me mocht komen zitten. Haar vriendelijk uitstraling maakte dat ik zei: ‘Natuurlijk graag zelfs!’ Terwijl ze plaats nam wees ze naar mijn horloge en zei: ‘Dat is een mooi souvenir!’

Dat was het begin van een aangenaam gesprek van ruim een uur. Zij vertelde openhartig over haar leven, over haar werk als onderwijskundige waarvoor ze veel gereisd had en dat ze dat nu niet meer kon. Ze was bijna 80 jaar en minder goed gezond. Ik vertelde haar dat mijn leven de afgelopen jaren erg veranderd is. Dat mijn man is overleden, dat ik een tumor achter mijn oog had en nu nog maar één oog heb en dat ik er goed doorheen gekomen ben. Dat ik erg blij ben dat ik mijn werkzaamheden – in het assurantieonderwijs- weer grotendeels op heb kunnen pakken. Ik vertel dat echt niet zomaar aan iedereen, maar het vertellen ging als vanzelf door de wederzijdse oprechte belangstelling en de gedeelde passie voor het onderwijs.

We wisselden behoorlijk wat ‘privacy gevoelige informatie’ uit. Ik weet zeker dat wij elkaars privacy niet zullen schenden, daar hebben wij geen wetgeving voor nodig. Volgens de nieuwe privacywetgeving (Algemene Verordening Persoonsgegevens AVG) mogen organisaties, bedrijven, stichtingen en verenigingen (zoals de Vereniging OOG in OOG) geen persoonsgegevens opslaan of bewerken tenzij dat noodzakelijk is. Bijvoorbeeld omdat ze ledenadministratie bijhouden. Als de persoonsgegevens worden opgeslagen worden moet dat zorgvuldig gebeuren zodat de privacy van die personen niet geschonden wordt. De AVG geldt niet voor particulieren onderling, maar particulieren horen elkaars privacy ook niet te schenden. Dat zal ik zeker niet doen, maar ik moet wel vaak aan de lieve dame en haar levensverhaal denken als ik kijk hoe laat het is. Het horloge is daardoor een heel bijzonder souvenir!

Moderne techniek

Via mijn telefoon geef ik aan mijn auto het adres door waar ik naar toe moet. Tijdens de autorit vertrouw ik volledig op mijn navigatie en de lampjes in de auto die me waarschuwen als er zich verkeer bevindt in mijn dode hoeken en als ik te dicht op mijn voorganger rijdt.

Bij het inparkeren op de (te) krappe plek in de parkeergarage maak ik dankbaar gebruik van de achteruitrij camera en de bliepende sensoren aan de voor- en achterkant van de auto. Daarna loop ik naar binnen bij het bedrijfsgebouw waar ik een afspraak heb. In de ontvangsthal  sta ik even te wennen aan het felle licht en dan komt er een kleine witte robot op me af ‘gerold’. De robot zegt heel vriendelijk: “Hello, can I help you?” Ik kijk naar het robotmannetje en geef tot mijn eigen verbazing gewoon antwoord! Ik vertel wie ik ben en met wie ik een afspraak heb. Ik mag even plaatsnemen en zal  dan worden opgehaald door de persoon met wie ik de afspraak hebt, zegt het vriendelijke robotmannetje.   

Fictie? Nee hoor, dit gebeurde allemaal echt. Dankzij de moderne techniek kan ik gemakkelijker en veiliger autorijden en hoef ik zelf in het grote bedrijfspand niet te lopen zoeken waar ik moet zijn. Ik vind het helemaal geweldig en ik ben ook benieuwd naar wat er nog meer komt. Ik kijk wel uit naar een 3D geprinte epithese of nog mooier een oog waarmee ik zou kunnen zien?! Wie weet wat de toekomst nog brengt.

Natuurlijk zijn niet alle technische snufjes even functioneel. Soms zijn ze gewoon leuk en ze kunnen ook zorgen voor leuke situaties. Mijn dochter en ik hebben op onze telefoon een app waarmee we van elkaar kunnen zien waar we zijn. Dat is wel functioneel omdat ik dan altijd terug gevonden kan worden als ik tijdens een wandeling in de problemen raak.  Op een zomerse dag in oktober 2018 wandelde ik op het extra brede Waalstand  -door de lage waterstand- toen ik een appje kreeg van mijn dochter. Ze stuurde een schermfoto van haar telefoon waarop stond waar ik op dat moment was met daarbij de quasi verbaasde tekst  ‘Mama, ben je nou echt aan het zwemmen?’

Wat wil je vragen aan de oogarts inzake ooginfarct

Regelmatig ontvangen wij vragen van mensen die een ooginfarct hebben gehad. Wij willen deze mensen beter voorbereiden op een bezoek aan de oogspecialist en hen helpen met lotgenotencontact.

Daarvoor willen wij middels een korte enquête inventariseren bij mensen die een ooginfarct hebben gehad of die nauw betrokken waren bij een familielid met een ooginfarct, welke vragen zij zoal gesteld hebben tijdens het bezoek aan de oogarts. Of vragen die bij hen opkwamen enige tijd na het gesprek met de oogarts. Daarnaast willen we lotgenoten beter voorbereiden op wat hen te wachten staat na een ooginfarct. 


Korte vragenlijst invullen?

Indien je een ooginfarct hebt gehad of een van je naasten, wil je zo vriendelijk zijn om mee te werken aan een enquête en deze voor 1 april in te vullen? Deelname aan de enquête is anoniem en kost maximaal 10 minuten van je tijd. Je kunt de enquête openen door op deze link te klikken.  

 

Alvast hartelijk dank voor je medewerking!

 

Wil je onze nieuwsbrief ontvangen? Schrijf je hier in op onze maandelijkse nieuwsbrief

Nina raakte in Sri Lanka blind aan één oog

 

Wie met vakantie wil naar Sri Lanka, gaat eerst langs de GGD om een reisfoldertje en wat inentingen te halen. Maar ook wie de reisadviezen keurig opvolgt, kan – zoals ik – voor onaangename verrassingen komen te staan.

 

Persoonlijk verhaal geschreven door Nina van Oostrum

 

Ooit gehoord dat je voor een verblijf in tropische landen als Sri Lanka, India of Indonesië je lenzen beter thuis kunt laten en je bril maar beter voor de dag kunt halen? Ik niet. Ik vloog met mijn maandlenzen, lenzenvloeistof en lenzenbakje de wereld over en sloot de reis af in Sri Lanka. Daar liep ik een nare schimmel op in mijn linker oog. 

 

Gevolg: nog maar tien procent zicht. Zes maanden reisden mijn vriend en ik de wereld over. Voorafgaand aan onze reis hoorden we horrorverhalen over reizigersdiarree en voedselvergiftigingen, maar bij ons hoefde er gelukkig geen Norit of malariapillen aan te pas te komen. Niet dat we het gevaar uit de weg gingen, integendeel. We trotseerden met onze camper van in Nieuw-Zeeland een cycloon, doorkruisten Vietnam op de motor en scheurden met honderd kilometer per uur door Cambodja met vijfentwintig mensen in een busje met tien zitplaatsen. In het Maleisische regenwoud viel er bijna een slang op mijn hoofd, terwijl we in Indonesië over wegen vol kuilen reden op afgekeurde scooters. Als kers op de taart hielpen we de wegen op Sri Lanka onveilig te maken met onze eigen tuktuk. Kortom, ik ben een gezonde, stevige Hollandse meid die tegen een stootje kan. Afgelopen juni vielen mijn vriend en ik bij terugkomst onze familie blij in de armen op Schiphol.

 

’Die nacht werd ik overvallen door een gruwelijke pijn in mijn oog’

Maar diezelfde nacht werd ik overvallen door een gruwelijke pijn in mijn oog. De volgende dag was de pijn zo erg dat ik niet eens met mijn moeder de vakantiefoto’s kon bekijken. Eigenwijs als ik ben, wilde ik nog even afwachten, maar aan het eind van de middag liet ik mij toch maar naar de huisartsenpost brengen.

 

De dokter concludeerde dat het een gewone oogontsteking was die met een zalfje te verhelpen moest zijn. Maar de volgende ochtend was de pijn nog heviger. In alle staten belde ik mijn huisarts. Vervolgens ging het snel. Voor ik het wist zat ik tegenover een oogarts in het ziekenhuis die mij enigszins in paniek doorverwees naar het Amsterdam UMC, waar ik diezelfde avond nog werd opgenomen. Het was foute boel. Verschillende tropische bacteriën en een schimmel hadden binnen 24 uur mijn hele oog overgenomen. Ik zag niks meer. Er werd met een intensieve anti-bioticakuur gestart. Inmiddels ben ik twee maanden verder. De bacteriën zijn weliswaar gedood, maar de schimmel leeft nog vrolijk voort in de krochten van mijn oog. Elke twee uur gooi ik er een druppel medicijn in. Wekelijks bezoek ik het ziekenhuis voor controle. De littekens die de bacteriën hebben achtergelaten, zorgen ervoor dat ik met het aangetaste oog nog maar tien procent zie.


Ben ik verdrietig?

Ben ik verdrietig? Nee.

Natuurlijk vind ik het jammer dat ik al het moois op deze wereld nooit meer met twee ogen kan zien. Maar ik ben gelukkig nog gezegend met één goed oog, waardoor ik nog kan autorijden, motorrijden en werken.

Met de nodige cynische humor – er zijn heel veel woordgrappen met oog te maken – ga ik weer fluitend door het leven. Eerst ging ik er van uit dat het allemaal domme pech was, totdat een van mijn specialisten verbaasd constateerde dat ik mijn lenzen niet thuis had gelaten en zonder bril op pad was gegaan. De tropen zijn gevaarlijk voor lensdragers, legde ze uit. Een kleine beschadiging op je hoornvlies is al genoeg om een tropische infectie op te lopen. Dat was voor mij totaal nieuwe informatie. Dus bij dezen: ga je met vakantie naar de tropen? Laat je lenzen thuis.

Verschillende tropische bacteriën en een schimmel hadden binnen 24 uur mijn hele oog overgenomen.